Type vuurwerk en letsel
VeiligheidNL voert al jarenlang onderzoek uit om de ontwikkeling van het aantal vuurwerkslachtoffers en de oorzaken van de ongevallen in kaart te brengen. In januari 2025 zijn de prevalentiecijfers gepresenteerd. In deze aanvullende rapportage gaan we dieper in op mogelijke oorzaken, het type vuurwerk en het type letsel dat ontstaan is.
In deze rapportage ligt de nadruk op de specifieke typen vuurwerk, de relatie met specifieke letsels, en op de vermoedelijke oorzaak van het ongeval. Beide rapportages worden opgesteld voor het Ministerie van I&W, en dragen bij aan de afweging welke preventieve maatregelen genomen kunnen worden om het aantal vuurwerkslachtoffers terug te brengen.
Wat is de prevalentie van vuurwerkslachtoffers?
Tijdens de jaarwisseling 2024-2025 (31 december en 1 januari) liepen naar schatting 1.162 personen vuurwerkletsel op waarvoor ze op een SEH-afdeling of huisartsenpost moesten worden behandeld. Dit aantal vuurwerkslachtoffers is inclusief slachtoffers die letsel opliepen door carbid (2%), dat officieel niet als vuurwerk wordt gecategoriseerd. Tijdens en rond de jaarwisseling 2024-2025 vielen voor zover bekend twee dodelijke slachtoffers door vuurwerk.
Welke typen vuurwerk leiden tot de meeste letsels?
Tijdens de jaarwisseling 2024-2025 veroorzaakten vuurpijlen en knalvuurwerk (zoals single shots en rotjes) samen bijna een vijfde deel van de vuurwerkletsels (18,3%, waarvan het grootste deel 14,5% knalvuurwerk), twee typen vuurwerk die sinds de jaarwisseling 2020-2021 in Nederland niet meer verkocht mogen worden. In ongeveer evenveel gevallen waren de verschillende typen zwaar illegaal vuurwerk verantwoordelijk voor letsel (17,7%, bijv. nitraten/cobra’s). Van 16,1 procent van alle letsels werd vastgesteld dat legaal oudejaarsvuurwerk (consumentenvuurwerk, zoals cakes en fonteinen, en inclusief grondbloemen ) de oorzaak was. Bijna een op de tien (9,2%) vuurwerkletsels ontstond door categorie F1 vuurwerk (dat het hele jaar door mag worden verkocht).
In een derde deel van de ongevallen ontstond het letsel door vuurwerk waarvan niet (specifiek) bekend was welk type vuurwerk het betrof. Binnen die laatste categorie was weliswaar niet het exacte type vuurwerk bekend, maar kon van een groot deel nog wel worden vastgesteld of het legaal (bijv. overig siervuurwerk) of illegaal vuurwerk (bijv. overig knalvuurwerk of zelf geknutseld vuurwerk) betrof. In onderstaande tabel is op die basis weergegeven welk deel van de letsels door legaal of door illegaal vuurwerk werd veroorzaakt. In totaal werd de helft (50,5%) van de letsels veroorzaakt door vuurwerk dat niet in Nederland mag worden verkocht of afgestoken: zwaar illegaal (professioneel) vuurwerk, knalvuurwerk, vuurpijlen, babypijltjes, romeinse kaarsen, overig knalvuurwerk, en overig illegaal of zelf geknutseld vuurwerk. Bijna vier op de tien letsels (39,3%) werden opgelopen door legaal vuurwerk: oudejaarsvuurwerk, F1 vuurwerk en carbid schieten. Van de overige tien procent van de letsels was onbekend welk type vuurwerk dit veroorzaakt had.
Vuurwerkongevallen 2024-2025, naar legaal versus illegaal vuurwerk

Welke typen vuurwerk leiden relatief tot veel letsel, afgezet tegen afsteekcijfers van dat type vuurwerk, en zijn dus het meest risicovol?
Aan de vergelijking tussen het aandeel letsels en het aandeel afsteekmomenten van de verschillende typen vuurwerk kan worden afgelezen hoe risicovol de verschillende typen vuurwerk ten opzichte van elkaar zijn. Deze risicoanalyse maakt duidelijk dat het risico op letsel door F1 vuurwerk dit jaar – evenals tijdens de vorige jaarwisselingen – relatief klein is: de helft van het afgestoken vuurwerk tijdens de afgelopen jaarwisseling (50,2% F1) veroorzaakte minder dan 10 procent van alle letsels. Single shots/thunderkings waren daarentegen relatief risicovol, evenals toegestaan oudejaarsvuurwerk als losse cakes, en in mindere mate compounds. De vergelijking tussen letsels en afsteekmomenten van zwaar illegaal vuurwerk laat overduidelijk zien dat deze typen vuurwerk zoals altijd veruit het grootste risico op letsel met zich meebrachten. Dat gold dit jaar vooral voor mortierbommen/shells en cobra’s.
Wat zijn de meest voorkomende letsels en welk type vuurwerk leidt tot welk type (ernstig) letsel?
Tijdens de jaarwisseling 2024-2025 kwamen brandwonden (38%) en oogletsel (32%) opnieuw het meest voor, in lijn met eerdere jaarwisselingen. Brandwonden werden het meest opgelopen aan de hand (38% van de brandwonden) of vingers (12%), en aan het hoofd (29%). De amputaties dit jaar betroffen meestal één of meerdere vingers of een (deel van een) hand of voet.
Op de SEH-afdeling werd vastgesteld dat bij een derde deel van de vuurwerkgewonden sprake was van (vermoedelijk) blijvende schade. In een vijfde deel (19%, vaak brandwonden) werd gerapporteerd dat er vermoedelijk sprake is van blijvende littekens, 6 procent liep (blijvend) visusverlies op en 3 procent blijvend functieverlies (bijv. door een amputatie). In 4 procent van de gevallen hield het slachtoffer een combinatie van blijvende littekens en/of blijvend functieverlies en/of (blijvend) visusverlies over aan het vuurwerkongeval.
Welke typen vuurwerk de verschillende letsels veroorzaken verschilt niet of nauwelijks met eerdere jaarwisselingen. Vrijwel alle typen vuurwerk leidden tot brandwonden, maar single shots en mortierbommen/shells iets meer dan andere typen vuurwerk. Ook F1 vuurwerk en legaal oudejaars(sier)vuurwerk veroorzaken relatief veel brandwonden. Amputaties werden, in lijn met vuurwerkongevallen in eerdere jaren, meestal veroorzaakt door zwaar illegaal knalvuurwerk of zelf gefabriceerd vuurwerk. Fracturen waren in meerderheid het gevolg van het afsteken van zwaar illegaal knalvuurwerk of soms door vuurpijlen. Oogletsel ontstond door diverse typen vuurwerk, maar vooral door cakes of ander siervuurwerk, door F1 vuurwerk en door zwaar illegaal vuurwerk. Legaal oudejaarsvuurwerk als cakes, fonteinen en overig siervuurwerk, en F1 vuurwerk veroorzaakten samen 43 procent van de oogletsels.
Welke personen raken het meest gewond door vuurwerk?
De gemiddelde leeftijd van de vuurwerkslachtoffers tijdens de jaarwisseling 2024-2025 was 21,8 jaar, evenals vorig jaar. Meer dan de helft van de slachtoffers (58%) was jonger dan 20 jaar. De meeste vuurwerkletsels bij jonge kinderen werden opgelopen door F1 vuurwerk (28% van deze leeftijdsgroep) zoals sterretjes, terwijl afsteken van F1 vuurwerk voor deze jonge leeftijdsgroep niet is toegestaan. Kinderen/jongeren van 12-15 jaar raakten het meest gewond door vuurpijlen/knalvuurwerk (31%). In de leeftijdsgroepen 16-19 jaar en 20-29 jaar werden de letsels vooral opgelopen door vuurpijlen/knalvuurwerk en zwaar illegaal vuurwerk. Naarmate het slachtoffer ouder was nam het aandeel letsels door legaal oudejaarsvuurwerk toe. Het aandeel letsels door de verschillende soorten illegaal vuurwerk is het grootst in de leeftijdsgroep 12-15 jaar (63% van de letsels in deze leeftijdsgroep).
Ruim vier op de tien vuurwerkslachtoffers (45%) was omstander, vergelijkbaar met vorig jaar, maar dit aandeel verschilt per type vuurwerk. Vooral grondbloemen en oudejaarsvuurwerk zorgden dit jaar voor relatief veel letsels bij omstanders.
Wat zijn toedrachten die leiden tot vuurwerkletsel, en in hoeverre zijn vuurwerkongevallen te wijten aan het vuurwerk zelf of aan het gedrag van de afsteker/omstander?
Bij ruim drie op de tien vuurwerkongevallen (31,5%) was gedrag de belangrijkste factor waardoor het letsel ontstond. Vooral letsel door vuurwerk uit de hand afsteken (en al dan niet te lang vasthouden) kwam vaak voor (12,1%), naast ander onvoorzichtig gedrag (12,1%), zoals vuurwerk dat niet afging opnieuw proberen aan te steken. In bijna één op de zes gevallen was sprake van productfalen (15,7%). De meest voorkomende productfactor was vuurwerk dat te vroeg ontplofte (11,1%).
Letsels door F1 vuurwerk ontstaan vaak door gedrag, zoals onvoorzichtigheid met sterretjes rond jonge kinderen. Ook ongevallen met grondbloemen en met knalvuurwerk zijn relatief vaak het gevolg van onvoorzichtig of risicovol gedrag. Letsel door vuurpijlen komt veelal doordat omstanders worden geraakt door de vuurpijl, of door roetdeeltjes of vuurwerkresten of de vuurpijl die omviel. Oorzaken van letsel door oudejaarsvuurwerk zijn divers, maar de ongevallen zijn relatief vaak – vergeleken met andere typen vuurwerk - het gevolg van productfalen zoals te vroeg ontploffen of een omvallende cake.
Zijn er belangrijke veranderingen ten opzichte van vorige jaarwisselingen? Zijn er veranderingen zichtbaar na het ingaan van het verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen?
Het aandeel letsels door zwaar illegaal vuurwerk, tijdens de vorige jaarwisseling toegenomen, daalde dit jaar weer naar het niveau van 2022-2023. Wel was er een stijging te zien van het aandeel letsels door mortierbommen/shells. Het aandeel letsels door de recent verboden vuurpijlen daalde, maar daar stond een stijging tegenover van het aandeel letsels door single shots (ook recent verboden).
De gemiddelde leeftijd van de vuurwerkslachtoffers en het groot aandeel jonge slachtoffers was vergelijkbaar met vorig jaar. Wel daalde het aandeel letsels door zwaar illegaal vuurwerk bij jongeren 10-19 jaar iets, waar dit vorig jaar fors steeg.
Het aandeel vuurwerkongevallen dat werd veroorzaakt door een ondeugdelijk of falend product daalde weliswaar de laatste jaren, maar was dit jaar weer iets hoger dan vorig jaar. Het aandeel ongevallen dat ontstond door (onveilig) gedrag daalde weer iets.